zaterdag 21 juni 2025

Mijn uitgave

Ik liet me gewillig meenemen naar een verjaardag in het complex van voormalig Shell. Maaike (directeur van onze uitgeverij) was er ook, en vroeg naar mijn blogs. We dachten even na over wat we moesten doen met al die overvloed. Ze had het lumineuze idee dat ik al deze blogs een keer zou printen en uitstallen, of er een boekje van maken. Pas nog zei iemand me dat ook. Uitgeven zelfs.

Uitgeven geeft iets, het idee ervan bevat iets van schittering. En steeds als ik aan het IJ zit is er veel schittering. Ik denk terug aan Frederiek die in de tuin van de Tolhuistuin eens een paar werken aan een waslijn hing, in een expositie. Of ik dacht aan het Eye waar je zo uit die donkere zaal komt en je heerlijk laat verblinden door de schittering. Ik zat naast een kerkjurist die me vertelde over de schitterende schommel op het dak van het oude Shell, waar je steeds even boven de afgrond hing.

En zo gingen mijn gedachten een klein eind verderop, naar het Muziekhuis aan het IJ, waar ik met Frederiek een concert bezocht op een piano met kwarttonen. Je hoort geen tonen, je hoort schakeringen, heel toepasselijk aan dat water. Of ik dacht terug aan leerling Stella die voor mij de Onderwijsprijs won in Pakhuis de Zwijger. Die donkere muren met weer dat schitterende water door de ramen.

Ik laat me dobberen op een boekje van Thomas Rosenboom waarin hij wandelt van het centrum richting IJ, en de stad steeds meer in zijn rug houdt. Ik maak weer een andere beweging, vaar even stroomopwaarts en draai naar rechts, stuit in het verlengde van de IJ-tunnel op Rapenburg, waar - eindelijk, eindelijk - het beeld van de uitgeverij opduikt, SUA, voorheen Socialisties. Ze bestaat niet meer, want alles vergaat, ook de uitgever, mijn uitgever.

Toen ik in 1990 mijn scriptie over Bachtin had gestuurd naar vijf uitgevers was SUA de enige die hapte. Ze hadden een mooie voorkant ontworpen, en in prachtige letters stond er Hans Simons op, de naam van de toenmalige wethouder en later staatssecretaris, vooral verbonden met Rotterdam en met de haven. De naam werd aangepast. Een medewerker van SUA hoopte dat Hans Achterhuis ons boek zou bespreken in de Volkskrant. Zijn wens is uitgekomen, het werd het vervelende stuk 'Groteske slordigheden'.

Ik kom er vaak op terug, waardoor het een trauma lijkt en de schittering bij het IJ vergeten raakt. Nu heb ik deze blogserie en ben ik minder afhankelijk van de autoriteiten. Onder mijn trauma zoek ik de schittering en ook in deze blog heb ik weer kans dat het lukt. Goed, ik hap adem en pak de tram - in gedachten - naar het Concertgebouw, en na drie minuten lopen ben ik bij Frederiek en Giorgos.

Met Giorgos raak ik in gesprek, hij wil schrijven over AI en poëzie, maar daar horen ook diepzinnige, Griekse gedachten bij. Zijn filosofie moet uitlopen op iets waar ik ooit uitkwam met mijn proefschrift, een uitleg van literaire polyfonie volgens lijnen van Deleuze, of liever nog plooien, meerstemmigheid als naar binnen geplooid vlak, zo je wil een golving of rimpeling. We zitten wat te praten, in gedachten of ook fysiek, Giorgos tovert ter plekke alles om in mooie schema's, ballonnetjes met namen die draaien en verschuiven. Image-mouvement.

Tijd om terug te gaan naar het IJ, met dat station, het veer, nog even weer met Maarten naar het Eye, waar Space Odyssey van Kubrick draait. We zijn een beetje laat, het scherm staat al op zwart, Lux aeterna van Ligeti klinkt. Ik lees mijn blog terug. De film voert me naar het proefschrift van Inez, A momentary taste of being, over het gelijknamige verhaal van sf-schrijfster James Tiptree jr dat zo in strijd lijkt met de zwarte steen die in de film steeds opduikt. We zijn nietige wezentjes in onze kosmos, en als er al een kans bestaat op zin, dan is het in die korte ontmoeting met een paradijselijke planeet. De mensheid weet zich er geen raad mee, teamleden die van de planeet komen worden in quarantaine gehouden en er wordt gediscussieerd over de vraag of er bericht moet uitgaan naar de aarde.

Goed, die monoliet in de film is ook maar een beeld, hij duikt op in een film. De monoliet is zwart, hij verbeeldt een boodschap die geen boodschap is, hooguit een momentary taste of being. In het nietige ligt onze kans op betekenis, dat wordt wel weer duidelijk daar aan het IJ.

Het is dus die momentane schittering die me leidt. Die zouden we zeker ook zoeken in het plan van Maaike. Ik zie al mijn geprinte blogs uitgestald in een park, het zullen er uiteindelijk een paar duizend zijn. Allemaal nietige betekenisjes die de schitteringen van het IJ uitlokken, even vasthouden en doorstromen richting zee. Eerder al dwarrelen ze alle kanten op. Een mooi gezicht.

A'DAM Lookout - Amsterdam Observatiedek & Sensationele Schommel

Geen opmerkingen:

Een reactie posten