vrijdag 9 februari 2024

Waar deze blog goed voor is

Als ik een blog schrijf stuur ik die naar een vaste groep. Een andere groep krijgt die blog onder ogen als ik hem post op facebook. Vervolgens zie ik op het dashboard van deze website hoe vaak mijn blog wordt aangeklikt. Meestal is dat de enige vorm van communicatie die ik over die blog met mijn potentiële lezers onderhoud, dus met jou. Uitgezonderd een paar vrienden die het dapper volhouden om niet alleen te reageren, maar ook nog in het openbaar, vooral Martien en zeker ook Cor.

In een latere fase, veel later, stuur ik een blog soms als ik met iemand heb gepraat. Ons onderwerp raakt dan op een voor mij intense vorm aan iets wat ik ooit heb gelezen, of waarover ik heb geschreven. Meestal dus een blog (ik publiceer buiten mijn blogs praktisch nooit meer iets). Dat ik aan die persoon vervolgens een blog stuur is best wel raar. Dat vind ik niet alleen, dat vind jij, mijn adressant, zeker ook. Ik krijg meestal geen reactie, of soms een ultrakorte, 'bedankt'. Denk nou niet dat ik me tekort gedaan voel. Ik voel me een rijk mens, misschien een tikje té rijk zelfs, omdat ik zomaar kan zeggen wat ik denk, en ook vrienden heb aan wie ik dat kan sturen.

Toch vraagt deze situatie om verklaring. Daarom dus deze blog in deze serie, 'Verklaarme'. Verklaar me, Anton, niet per se waarom je deze of gene blog stuurt aan deze of gene, maar waarom je überhaupt blogs stuurt? Waarom dat sturen? Is het niet voldoende om die blog te schrijven, 'voor iedereen en niemand', zoals Nietzsche zou zeggen?

Ik moest vandaag ineens denken aan die twee mensen, telkens weer andere, die bij station Tiel staan, in weer en wind, met de Wachttoren. Ze benaderen je niet meer, maar bieden je wel die Wachttoren aan. Ze staan erbij. Ik denk aan de twee Gehilfe van Das Schloß van Kafka, of aan de leerlingen van Jezus die twee aan twee werden uitgezonden, 'als schapen onder de wolven'. Niet dat ik met zijn tweeën ben, zeker niet, maar wel à la Paulus, die brieven stuurde aan werkelijke mensen, of à la zijn tijdgenoot Seneca, die brieven schreef aan Lucilius, een werkelijke of imaginaire jongeman die hij wilde beleren: Luister, houd je ver van de massa, één man is publiek genoeg, en die ene ben je zelf!

Ik bedoel maar: ik voel me iemand die beleert, en dat stoot denkelijk af (je doet er het zwijgen toe). Inez zei me eens dat ik dit zeker niet als afwijzing moest opvatten, mijn blogs bevatten iets wat het moeilijk maakt om erop te reageren. Het zijn dus die blogs zelf die de reactie blokkeren. Als ik mijn eigen blogs goed lees, begrijp ik makkelijker, of kan ik beter begrijpen, wat ik aan het doen ben. Ik schrijf zo dat jij maar moeilijk, en liefst niet, kunt reageren.

Bij beleren hoort wel degelijk dat je test of je leerling de les wel heeft begrepen. Daarom denk ik ook niet dat ik je probeer te beleren. Er moet iets anders aan de hand zijn. Iets dat nog meer lijkt op die mensen bij die Wachttoren. Ik wil je graag laten zien dat er iemand is die leest, en erover schrijft. Meer het feit dát ik schrijf dan dat schrijven zelf. En blijkbaar heb je dat goed begrepen. Je hoeft het niet te lezen. Aanklikken doe je soms wel, en in essentie is dat voldoende.

Opnieuw denk ik aan Kafka. In zijn dagboeken schreef hij eens dat er 'tenminste één iemand wakker moest blijven' of zoiets. De schrijver, ongetwijfeld Kafka zelf, was een nachtwaker, het was misschien niet eens de bedoeling dat mensen dat merkten. Of, nog beter, ze moesten het zien terwijl ze in slaap vielen, om zodoende te merken, uit hun ooghoek, dat er nog iemand wakker was.

Of nee, toch niet. Ik denk eerder aan Micha Wertheim, die op zijn oudejaarsconférence liet merken dat hij zo weinig mogelijk toeschouwers wilde. Hoe minder hoe beter. Kon hij mooi zeggen natuurlijk, hij had er toch al zat, zelfs mijn buurman keek tussen de oliebollen door, terwijl hij er geen zak aan vond, alleen maar omdat ik hem op die conférence had gewezen. Er zit iets belachelijks en onoprechts in die suggestie dat jij degene bent die waakzaam blijft en de anderen alleen maar in slaap sukkelen. Grappig, verwerpelijk ook bij nader inzien, maar zeker niet een teken van heiligheid.

Resteert de formule dat ik gebruik maak van jou, van jouw welwillendheid. Gebruik maken van iemand, dat klinkt bijna als misbruik. Ik misbruik je zowat, je verwacht een zinnige bezinning, een wijze les, of je mag me wel, en probeert het weer eens, het lezen van een blog als deze. Na twee alinea's haak je af, zat wel iets in, maar je voelde wel degelijk ook het gewicht van die tien nog ongelezen alinea's en dat telt zeker ook.

Misschien ben ik liefst een soort priester, of pastor, die aan het eind kan zeggen: ite, missa est: gaat heen, dit is de mis. Gaat heen in vrede, je hebt je best gedaan, je hebt deze blog (deels) gelezen en bent voor even weer vrijgepleit van lezen, van het lezen van dit. Het raakt intens aan de formule 'Ego te absolvo', 'Ik ontsla je van je zonden'. Je hebt je best gedaan, meer is niet nodig, meer kunnen we niet doen, en er hoeft alleen maar een functionaris te zijn, het geeft niet wie, die je van verdere plichtplegingen ontslaat.

Zoals mijn vader die ooit de salarissen verstrekte aan de mijnwerkers. Zeker geen gave, meer een formaliteit. Maar wel een waarvoor de mijnwerkers bereid waren de grond in te gaan. En daarna de café's.

woensdag 4 januari 2017

Mooie blog, Anton!

Mijn lezers kan ik grofweg indelen in drie categorieën, als ik naar hun reacties kijk. De eerste reageert niet. Dat kan van alles uitdrukken, bewondering, verwondering, onverschilligheid, soms ook - hoor ik wel eens - dat de lezer zich dom voelt omdat ik zo slim ben. De tweede categorie reageert inhoudelijk, maar bijna altijd op een ondergeschikt aspect van de blog, een opvallend zinnetje of iets bij de schrijver over wie mijn blog gaat. Deze reactie kan ergernis uitdrukken, de lezer heeft duidelijk geen zin om over mijn blog te schrijven maar wil toch reageren.

De derde categorie is prijzend. Mijn blogs worden bijvoorbeeld op Facebook genoemd, met de toevoeging, eigenlijk altijd, dat het een mooie blog is. Als iemand me prijst, krijg ik niet iets inhoudelijks te horen, maar het simpele zinnetje: mooie blog! Bedankt voor je mooie blog! Lees de mooie blog van Anton Simons!

Daarom zet ik deze reactie bij de serie Verklaarme. Het is overduidelijk een soort verklaring, geen liefdesverklaring, dat nog net niet, maar wel een mooiheidsverklaring. Aan de andere kant is deze verklaring door zijn kortheid zo mysterieus dat ik ook denk: verklaar me deze verklaring! Maar dat doe je natuurlijk niet als iemand je zo overduidelijk prijst. Ik doe er dus beter aan deze verklaring te accepteren, in dankbaarheid.

Maar ik zou ik niet zijn als ik niet tegelijk deze verklaring zou willen gebruiken voor iets. Liefst om iets te leren, want dat is nu eenmaal mijn passie, de reden dat ik op deze aarde een tijd doorbreng. Wat kan ik leren van deze verklaring 'Mooie blog!'?

Ik kan ervan leren dat ik de kunst versta om mooi te schrijven. Dat werd me vroeger al wel gezegd, toen ik me in de filosofie begaf. Dat is een belangrijk talent. Nu kan ik ook weer niet zo mooi schrijven dat het literair interessant is. Ik gebruik dus zeker ook de filosofie om mijn gebrek aan talent (en inzet) te maskeren. Ik heb deze truc al toegepast, herinner ik me, bij het mondeling eindexamen Frans. Ik praatte met mijn leraar over Sartre, over wie ik het een en ander wist, en haalde toen een acht, toch een mooi cijfer.

Maar je gebreken maskeren, is dat niet een middel dat past bij schoonheid? Zeker wel, dunkt me. Dat is ook een talent. Ik heb die gebreken zo goed gemaskeerd dat ik lange tijd dacht dat mijn teksten door redacties zouden worden geaccepteerd. Welnu, dat is zeker een paar keer gebeurd. Maar dan prikten de recensenten er toch doorheen. Het zag er wel mooi uit, maar het was onhelder wat ik wilde beweren, niet echt actueel urgent en bovendien bevatte het onjuiste details.

Nu kom ik op een leeftijd dat ik toe ben aan een nieuwe kijk op mijn blogs, op de schoonheid en betekenis ervan. Ik hoef niet zo nodig meer iets te maskeren. Ik kan gewoon mijn talent gebruiken voor wat het is. Die kans geeft mij blogspot. De blogs zijn niet meer dan ornamenten van mijn personality. Mooie trui! Mooie blog! Anderen geven weer geen commentaar erop, maar dat doe je bij een trui ook lang niet altijd.

Soms ben ik geïnteresseerd in wat er overblijft van mij, van mijn personality, wanneer je die voorbijgaande schoonheid wegdenkt. Maar ik heb genoeg therapie gehad om te weten dat hier een vorm van narcisme in het spel is, narcisme dat voortkomt uit de emotie angst, de angst dat niemand onvoorwaardelijk van me houdt. Die komt dan weer voort uit een trauma van vroeger, dat ik heb verdrongen met de idee dat ik een gelukkige jeugd had.

Ook hierin heb ik stappen proberen te zetten. Voorbij de psychologie heb ik weer hernieuwde belangstelling opgevat voor de filosofie. Die leert me dat ervaringen van schoonheid wel degelijk te maken kunnen hebben met de liefde voor het leven, en niet alleen door het te verdringen. Met andere woorden: wat is er mis met een mooie blog, en met de 'verklaring' dat de blog mooi is? Alleen klopt het narcisme in zoverre wel, dat ik die verklaring iets te snel op mezelf toepas. Ik neem de dingen iets te gauw persoonlijk. Niet ik ben mooi, nee, mijn blog is mooi.

En zo kijk ik naar mijn eigen blog, en ik moet toegeven, hij is meestal wel mooi. Ik lees hem na publicatie altijd een paar keer, alsof hij van iemand anders was, en alsof ik een ander was die mij leest. Zo bezien is het weer een beetje sneu. Iemand die de communicatie met de ander vervangt door een minitheater waarin schrijver, acteur en toeschouwer gespeeld worden door dezelfde persoon.

Ik herinner me mijn broer die vroeger in het kleine gangetje van ons huis schaatswedstrijden hield. Al schaatsend voorzag hij zijn wedstrijd met zichzelf van commentaar. Het was helemaal niet sneu, hij kon er enorm van genieten. Het is niet sneuër dan iemand die passief voor de tv hangt en de rondetijden noteert, of een schaatser die actief zijn leven ten dienste stelt van de Russische media in Almati. Integendeel, het was een manier om aan het leven in al zijn sneuë gedaanten te ontsnappen, eventjes. Of om het leven in zijn volle glorie neer te zetten, in te ademen.

Ik denk ook aan Lang Lang die afgelopen week in de Volkskrant enthousiast sprak over Horowitz. De pianist is in staat om alle stemmen uit te voeren en ze in hun onderlinge verhouding tot hun recht te laten komen. Je kunt ook aan César Franck denken met zijn befaamde uitspraak 'Mon orgue, c'est mon orchestre'.

Uit ervaring ken ik de vervoering van het spelen op een orgel. De koster gaat naar huis en sluit de kerk af. Je roept tegen hem dat het oké is, dat je de sleutel bij je hebt. Maar nee, je hebt je vergist. Na twee uur Bachfuga's wil je naar huis maar dat kan niet. Er staat je niets anders te doen dan doorgaan met je Bachfuga's. Je bent overgeleverd aan het volhouden van de extase van de schoonheid. Het gebeurde dat de pastoor licht zag branden in de kerk en me kwam bevrijden: mooi gespeeld, Anton! Maar het kon evengoed dat dit niet gebeurde.


Afbeeldingsresultaat voor priester privémis

zaterdag 13 juni 2015

Gekopieerde duisternis

Gôh, eigenlijk had ik niet bedacht maar wel kunnen bedenken dat ik in de traditie van de moderne devotie sta (Zwolle, Geert Grote, late Middeleeuwen). Ik kom erachter nu ik Sloterdijk lees, maar had het ook via vele andere schrijvers kunnen ontdekken.

In deze blogserie 'Verklaarme' ben ik bezig met een christelijk-platoonse eschatologie, niet in het kader van de laatste dingen van de wereld, maar van de eigen ziel: 'Es ist das Anliegen der imitatores Christi, die Kunst des Erlöschens ins tägliche Leben zu implantieren' (Schrecklichen Kinder, 353). Het is de navolging van het lijdensverhaal van Jezus die ik hier voor uw ogen opvoer, zoals de vele volgers van Thomas a Kempis dat in de Noord-Europese steden deden, elkaar kopiërend in 'the best show in town'.

Sprak ik nog van mijn fascinatie voor de parabel der talenten en mijn belangstelling voor de slechte dienaar, die in 'de uiterste duisternis' wordt geworpen, nu blijkt die uiterste duisternis niet die van de Griekse onderwereld, maar die van de uiterste grondeloosheid van God zelf, die zich spiegelt in het innerlijk van mijn ziel: homo non intelligit.

Mijn blogs worden weer een stukje leesbaarder. En daarmee ook de economie, want toen ik probeerde de economie te doordenken vanuit het christendom hoopte ik in de parabel van de talenten een antwoord te vinden dat verder reikte dan het bekende Matteüseffect. Ons wordt de beste slaaf niet ten voorbeeld gesteld om hem na te volgen, maar om ons te verlokken tot herkauwen van de parabel, recycling, totdat we op een punt komen waarop de weg omhoog en de weg omlaag ononderscheidbaar worden, gronden in een grondeloos duister.

Nu ook begrijp ik beter de les van mijn leraar die me voorhield dat het voor de economie handiger is als je zelf iets bedenkt dan wanneer je anderen maar wat kopieert. Dat 'zelf', dat is een christelijke uitvinding die we nog steeds niet doorzien. Maar voordat we het doorzien, kunnen we het wel al kapitaliseren.

Het wordt nu weer extra interessant om deze gedachte te volgen in Sloterdijks Die schrecklichen Kinder der Neuzeit. Het moet eenvoudig zijn om de lessen naar de economie uit te breiden via Keynes en Schumpeter. Het moet eenvoudig zijn om de brug tussen christelijk kopieergedrag en de moderne idee van de bedenker te overbruggen met Sloterdijks idee van de corrupte kopie, de rol van de bastaard in de overdracht tussen generaties.

Het moet kinderlijk eenvoudig zijn om deze gedachte vervolgens te vertalen naar het onderwijs, onze paideia met zijn verschrikkelijke kinderen, kinderen die de vraag oproepen wat ze wel niet voor ouders moeten hebben dan.

Voer voor veel komende blogs.

En nu alvast opnieuw lof voor mijn leraar, de bedenker!




donderdag 28 mei 2015

Ik beken

Hoe ethisch is eigenlijk dit verzoek, 'verklaarme'? Mag je iemand zomaar vragen je iets te verklaren, in alle gevallen, of zijn er ook gevallen waarin dat ongepast is?

Deze vraag zelf lijkt in elk geval wel ethisch. Wanneer het ongepast is om de ander een verklaring te vragen lijkt het nog wel okee om jezelf af te vragen hoe dat in het algemeen zit, zodat je tot zelfinzicht kunt komen zonder dat de ander zich gedwongen voelt, steeds weer opnieuw, jou te zeggen wat je zelf ook heus wel kunt verzinnen.

En waarom zou je dat dan niet in blogvorm kunnen gieten, in een blog die toch bijna niemand leest of begrijpt, en waarbij niemand zich gedwongen voelt mij iets te verklaren, laat staan dat die ander zich gedwongen voelt mijzelf te verklaren, of iets anders aan mij?

De structuur van de communicatie is dat je die ongepaste vraag, 'verklaarme', alleen mag stellen in jezelf, in de kelders van je innerlijk. Komt hij naar buiten, zoals hier in deze blog, dan krijgt hij onmiddellijk een ironische of cryptische vorm, dan wordt de betekenis ervan zodanig dat de ander het allesbehalve zal opvatten als een direct verzoek.

Met dat effect speel ik. Maar het is waarschijnlijk niet 'ik' die ermee speelt, want ik zit nog in een fase lang voor de verklaring die me gegeven wordt, de verklaring van dat ik. Tot zolang is het een spel dat zichzelf speelt. In dat spel is de verklaring die ik mezelf geef een wilde gok, pure speculatie, een drogargument en noem maar op. Je kunt ook 'bekentenis' zeggen. Een bekentenis is iets waarvan je denkt dat je verhoorder het wil horen zodat deze vervelende situatie stopt, zodat het proces stopt.

Maar het grappige is dat precies daardoor, door je bekentenis, het spel gaande blijft. Eindelijk heb je iets gezegd waarmee je verhoorder iets kan, wat hij kan gebruiken om het proces gaande te houden, om de communicatie open te houden. De ene bekentenis lokt de andere uit. Je werkt jezelf stap voor stap verder in de nesten.

Soms kan het opluchten als er iets opduikt dat lijkt op de verklaring. Zo kun je worden aangereden bijvoorbeeld, en gaat deze of gene zich vragen stellen over de manier waarop je de zaak afhandelt. Langzaam maar zeker lijkt duidelijk te worden wat de ware toedracht is. De ware toedracht is dat ik tekort schiet. Althans, zo lijkt het. Wellicht was het calvinisme ook iets in deze trant. Je zegt dat je tekort schiet omdat de ander jou dat lijkt te verklaren, en zo geef je blijk van je verlangen naar Gods oordeel.

Maar in werkelijkheid heeft die ander jou nog helemaal niets verklaard. Wel gaat hij langzaam denken dat ik paranoïde ben, dat ik overal betekenis zie die er niet is.

Dat is hoe het spel gespeeld wordt.



zondag 24 mei 2015

Ik trek me terug

Ergens lees ik dat we de terugtrekking van het zelf op zichzelf te danken hebben aan de gnostici. Dat verklaart dus waarom ik me hier in deze blogs terugtrek en binnen deze blogs in mezelf terugtrek in deze serie Verklaarme.

Dat zelf ontzelf ik dan weer, ik theatraliseer en exhibitioneer het, ik weet het.

Maar toch. Er is ook een stuk genot te vinden in die pure terugtrekking binnen dit witte vlak waar ik niet word gestoord door onderbrekingen en de ander kan beschouwen als een eindeloze reeks conceptualiseringen en schimmen die in mijn ooghoeken opduiken. Had ik u daarvoor al bedankt, voor die rol in mijn  Theatre of the Self?

Reculer pour mieux sauter, heet het adagium. Het is niet uitgesloten dat deze terugtrekking ook kan worden gezien als een in-de-wereld-zijn, zelfs als een zich-openen-naar-de-wereld, een zich-extra-openen-naar-de-wereld. Want die wereld, die bevat sinds de gnostici vooral mensen die zich terugtrekken in zichzelf, en je kunt dat niet blijven negeren, al helemaal niet als je je wil openstellen voor de wereld.

Dat zelf, ik onderzoek het graag, als aanzet tot het mij laten verklaren, want u weet, in deze serie is dat uw taak, niet de mijne. Ik draai er wat omheen, besnuffel het, leg het uiteen in een paar zinnen en enkele gerafelde hypotheses. Ik leen bij voorkeur formats van Kafka, toch wel een goede schrijver, vind ik persoonlijk. Want humor hoort ook bij het proces, het proces van zelfbesnuffeling.

En that's it. Om bij dat zelf succesvol te kunnen verwijlen moet je een klein beetje afstand houden. Want het werkt als een draaikolk die je mee naar beneden zuigt als je te dicht in de buurt komt. Dat heb ik allang gezien, maakt u zich geen zorgen. Daarom moet je ook op tijd stoppen. Daarom schrijf ik liever een blog dan een boek.

zaterdag 23 mei 2015

Wat u voor mij doet

Het is de bedoeling dat ik u steeds een voorzet geef voor de verklaring, de verklaring van wat ik ben. Want u bent degene die mij verklaart. U verklaart me dat ik onhelder ben. En daarom pas ik zo goed bij u, want u bent enorm goed in verklaren, en ik acht u in staat ook mij te verklaren, te verklaren wat ik ben.

Daarom heb ik u verteld dat u mijn leraar bent. Ik leer elke dag weer heel veel van u, van wat u zegt en zelfs van uw zwijgen. Want u zwijgt in overvloed, zoveel dat ik gerust durf te zeggen dat we niet in een gesprek verwikkeld zijn. Ik spreek u aan maar eigenlijk doe ik maar wat, want ik weet niet eens tegen wie ik het heb.

Is het al zo ver dat zich een nieuwe formule aandient? Het leraar-leerlingmodel voldeed niet. Ik ben geen goede leerling. Ik ben slecht in reproductie, en ben zelden op de juiste tijd op de juiste plaats, toch een basisvoorwaarde om überhaupt een toets te kunnen maken.

Vandaag dacht ik: eigenlijk ben ik in gesprek met mezelf, en neem u als getuige erbij. Soms kies ik een getuige, ik stuur mijn blog gericht naar iemand die me het materiaal voor mijn blog heeft aangeleverd. Is het dank, is het een truc om de ander tot lezen te verleiden, wel wetende dat mensen nu eenmaal eerder iets lezen als ze weten dat het over henzelf gaat? Of is het puur gif, een poging u op te zadelen met een vaag schuldgevoel omdat u het idee heeft dat u dit eigenlijk had moeten lezen?

Kortom, ik zal moeten leven met het gegeven dat uw rol voor mij onhelder is, en wel voor altijd onopgehelderd zal blijven.

Dat zou totaal onbelangrijk kunnen zijn, ware het niet dat ik niet alleen opgezadeld wil blijven met mezelf. Ik heb nu eenmaal dat contact nodig, al is het maar virtueel.

Daarom zal ik u moeten verwerken in mijn concept. Is het niet als leraar, het concept leraar, dan maar met een onhelder, paradoxaal of obscuur concept. Met andere woorden, u bent voor mij conceptgenererend. Door uw inbreng krijg ik de behoefte steeds nieuwe concepten van u te genereren, concepten die zich steeds aandienen met alles wat u zegt en verzwijgt. Het lijkt dus of ik het werk doe, maar in eigenlijkere zin doet u het. U doet het voor mij.

Ik hoop dat u dat goed vindt, dat ik u verwerk tot een concept, het concept van u. En anders hoor ik het graag.





maandag 18 mei 2015

Virtù

Een scherpe vriend legde me op de pijnbank met mijn ogenschijnlijk sympathieke idee van leerweg. Dient het een verderliggend doel of moeten we het op een zenmanier begrijpen, in de zin dat we altijd blijven leren?

Het is te vroeg om daarop een zinnig antwoord te geven.

Dat antwoord suggereert dat er een tijd en een doel van het leren is: zinnig antwoord kunnen geven.
Het leert ons ook dat mijn antwoorden voorlopig onzinnig zullen zijn, alle antwoorden en blogs die ik schrijf, inclusief deze. Leg hem dus maar opzij, druk op de 'killer' rechtsboven op uw scherm!

... Bent u er nog? Dan geeft u blijk van een enorme welwillendheid, want veel valt er niet te halen vooralsnog, in deze blogs.

Ik heb opnieuw geleerd dat je niet alles kunt blijven uitstellen. Soms moet je iets beslissen, al is het om voorlopig maar even niets te beslissen. Ook daarvan was u zojuist getuige.

In concreto (ja, waar wil ik naartoe?) moet ik beslissen of ik een doel wil bereiken of dat het leren zelf mijn doel is. In dat geval heb ik mijn doel al bereikt, wat alleen maar de onzinnigheid van mijn onderneming onderstreept. Wat wel weer aantrekkelijk is. Bij zen hoort dat je al gered bent, juist daarom ga je die weg. Ook bij Paulus werkt het zo: geloof (dus redding), hoop (= volhouden) en liefde (= werk aan de winkel). Zen en Paulus over één kam geschoren!

Daarmee dient zich een ander alternatief aan. Redding is allerminst gegeven. Sterker nog, redding is voorgoed onmogelijk geworden. "De deur was alleen voor jou bestemd, maar nu ga ik hem sluiten", luidt het in 'Voor de wet' van Kafka.

Geen leerweg dus, niet als leraar en niet als leerling.

Ik sta voor de noodzaak om een andere smoes te bedenken om door te gaan met schrijven.

Het eerste wat me te binnen schiet is 'sorry'! (Doet het altijd goed, zolang het duurt.)

Maar geef toe, je moet wel durven!