maandag 23 maart 2015

De genadeklap

Steeds leuker worden de reacties van lezers. Er was er een die zei dat ik hem het gevoel gaf dat deze blogs een bokswedstrijd zijn. Ik drijf de lezer in een hoek. Laat hem geen ruimte meer om nog iets terug te zeggen. Ik heb alles al gezegd, inclusief de reacties op mijn gedachten.

Okee, dank je wel, lezer! Alles zeggen, en dat binnen de nauwe grenzen van een paar alinea's, dat is niet iedereen gegeven.

Hoewel met de reactie van mijn lezer afdoende verklaard is wat hier gebeurt, dacht ik meteen erbij dat dit weer een staaltje was van de grenzen opzoeken. De ander bevindt zich kennelijk bij voorbaat al buiten die grenzen, zo mag ik uit zijn woorden toch wel concluderen? Hoe meer ik de grenzen opzoek, zelfs buiten de ring, hoe verder de ander dus in het gedrang komt.

Ooit schreef ik een artikel over Bachtin met de titel: het laatste woord wordt niet gezegd. Dat leek wel transparant. Immers, Bachtin geloofde in de oneindigheid van de dialoog. Maar daar lag dan ook precies de dubbelzinnigheid van wat hij zei. Was die dialoog niet zelf het laatste woord? Althans, het laatste woord van Bachtin? Hoe verkoop je dan de dialoog in een dialoog?

Het lijkt een woordenspelletje. En voor de niet-filosofisch gezinden onder u zal het dat ook wel blijven. Dialoog of geen dialoog, wat maakt het in godsnaam uit? Aan de andere kant (en daar ga ik weer met mijn dialectiek..., sorry!) vertrouwen nogal veel mensen op de dialoog als enige redmiddel uit de oorlog. Daar ligt dan toch enige prikkel om er eens een gedachte of wat aan te wijden.

De vraag is misschien niet zozeer of het verkopen van de dialoog zelf wel een dialoog is. Bachtin ging het niet om de dialoog als genre of procedure, maar om dialogische relaties. Die bestaan evenzeer tussen taaluitingen als tussen subjecten. Ik kan binnen mijn repliek reageren op de uitingen van de ander, en erop anticiperen. Daarmee herneem ik de uitingen van de ander en geef ik er een draai aan. Anders gezegd: taal is indirecte rede. Wat we opvoeren is eigenlijk een bokswedstrijd à la Monty Python, van mezelf met mezelf. Of, vanuit een ander oogpunt, van de ander met zichzelf. Het is systematisch onhelder wie met wie bokst.

Interessanter dan de invalshoek van Bachtin is misschien wel de economie. Hoe verkopen we de dialoog? Bij D&G vond ik een interessante verwijzing naar de economische theorie van het marginalisme. De eerste eenheid van een dienst of goed levert meer nut op dan de tweede, enzovoort. Je zou in mijn simpele termen misschien kunnen zeggen dat in de economie de grens wordt opgezocht. Maar de deelnemers (bijvoorbeeld van een discussie tussen gehuwden) zijn gedurende het proces al bezig met de evaluatie van hun laatste woord. In die zin is dat woord het voorlaatste woord. Daarna volgen pas de echte laatste woorden. Daarmee kunnen de deelnemers binnentreden in een andere praktijk, bijvoorbeeld scheiding.

In termen van de bokswedstrijd: wie deelt de laatste klap uit? En lang daarvoor al zijn we bezig met het anticiperen op die laatste klap, met onze kansen om dat te doen. Gedurende dit proces vermindert het nut van elke klap. En na de laatste klap volgt de echte laatste klap, bijvoorbeeld het oordeel van de scheidsrechter. Waarna het spel weer opnieuw kan beginnen, of overgaan naar een ander spel.

Ik verkoop de dialoog met mijn pakkende titel, 'Verklaarme'. Ik geef bij voorbaat het laatste woord aan mijn lezer. Een retorische truc, maar zo transparant dat hij weer klopt. De lezer hoeft zijn laatste woord niet van mij te krijgen, hij heeft het al. Mijn vriend heeft me verklaard dat hij mijn blogs niet meer leest omdat hij mijn vriend is, en het hem nu eenmaal niet onberoerd laat wat ik schrijf. Dialoog gesloten. We zitten wellicht weer in een ander spel. Daarover een andere keer meer.

Afbeeldingsresultaat voor boksen monty python


2 opmerkingen: