woensdag 4 maart 2015

Waarom ben ik een intellectueel?

Het gebeurt steeds vaker dat er iemand voorbij komt, laten we hem Ron noemen, en dat ik maar weer ergens een plek zoek om zijn orders op te volgen. Maar Ron is ook niet voor een gat te vangen. Hij geeft zijn orders de vorm van vragen, verzoeken, of een quasi-verbaasde uitroep. Zoals bijvoorbeeld: "Jij bent een echte intellectueel!"

Waarmee hij me pijnlijk met mijn neus drukt op mijn status van gemankeerde filosoof, hangend tussen de status van een openbare performer en een kluizenaar, en daardoor in feite geen van beide. Nu kan ik niet ontkennen dat ik hoogst inprofessioneel zaken als deze blogs toevoeg aan mijn professionele bezigzijn, en zelfs verspreid onder mijn collega's, terwijl de mail voor deze nutteloze egocentrische zaken natuurlijk niet bedoeld is.

Kortom, streef ik naar erkenning, zoals ik ook in mijn vorige baan vooral erkenning kreeg als beschouwer in het praktische bedrijf van Pastorale Dienstverlening? Dat kwam toch vooral neer op een narrenprivilege. En hoewel geenszins op voorhand kan worden uitgesloten dat ook de nar een intellectueel is ("on n' imprisonne pas un Voltaire") denk je bij een intellectueel toch vooral aan iemand die namens het volk zich tegenover dat volk opstelt, als het geweten en de leraar van dat volk. Matthijs van Nieuwkerk, dat is pas een intellectueel.

We kennen allemaal de crisis van de intellectueel zoals die belichaamd werd in Sartre, de publieke filosoof die de vraag opwerpt "Qu'est-ce que c'est un intellectuel?" Je kunt die vraag nog opvatten als een voorzet die door Sartre zelf eindeloos wordt ingekopt. Maar blijft staan dat de vraag beantwoorden hem stellen is. Het is vooral de vraag die getuigt van de crisis van de intellectueel. Van nu af aan is het mogelijk dat de intellectueel zelf is verworden tot een cultfiguur, een 'denker des vaderlands', een man in een zwarte coltrui die overvloedig rookt of - enkele decennia later - met apparaatjes staat te zwaaien.

Geen erkenning dus, liever niet, dat zou me sieren. Maar dan dus ook geen intellectueel. Want een intellectueel is bereid wisselgeld te betalen, netwerken op te bouwen, de media te woord te staan. En zelfs deze gedachte is me te veel, alsof ik de keuze had en een heldhaftige weigering zou hebben voltrokken.

Nee, mijn intellectualisme is pure onmacht, verslaving, met vleugjes narcisme, poserie en een machinaal gevoel dat zichzelf draaiende houdt door aan elke impuls meteen toe te geven. Dat is nooit anders geweest, behalve toen ik in de buurt verkeerde van de filosofen die professional bleven. Achteraf bezien heb ik toen mezelf geforceerd omdat ik ook wel zag dat je alleen dieper in materie doordringt wanneer je je geen zorgen hoeft te maken om je inkomen. Of wanneer die zorg om je inkomen zelf de vorm aanneemt van deelname aan de universitaire wereld, het schrijven van onderzoeksaanvragen, netwerken opbouwen en noem maar op.

Mijn intellectualisme is niets meer dan een hobby, van dezelfde orde als surfen, stedenbezoek en schaken. Het is van dezelfde orde als pianospelen, want ook daar imiteer je in je eentje een heel orkest, en ben je zelf de eerste luisteraar, dromend van een Ferne Geliebte. Ik koester de nutteloosheid.

Hoe kan het dan dat ik dit soort stukjes steeds maar weer opstuur naar vrienden en collega's? Wat is schrijven voor iets dat het zich als vanzelf beweegt richting de (al dan niet denkbeeldige) lezer, publicatie, waarom zoekt de schrijver orders die kan uitvoeren? Waarom ziet hij in elke uitroep en elke tekst die hij tegenkomt zo'n order? Ik kan het niet anders uitleggen dan als iets machinaals, het verlangen te blijven doordenderen als machine, de droom van arbeid als zelfvervulling, waarbij de arbeidsroes het gebrek aan het zelf moet verhullen.

Maar wederom bent u het, lezer, Ron en anderen, die mij verklaart en niet andersom.

2 opmerkingen:

  1. Niet per se de juiste plek voor deze vraag, maar waaruit stamt uw verzoek: verklaar me?
    Waarom wilt u verklaart worden? Wat heeft u eraan?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. De blogtitels ontstaan min of meer uit toeval. Ik zoek een titel die nog niet is weggegeven en beland dan al snel bij nieuwe woordcreaties.
    Verder heb ik een voorkeur voor dubbelzinnige titels omdat die opener zijn en je sneller verrassende verbanden kunt ontdekken. Verklaarme betekent zowel een verzoek om te worden uitgelegd als een verzoek aan de ander dat die je iets verklaart: oorlog, liefde of wat ook.
    Met mijn verzoek wil ik vooral uitdrukken dat de ander, de lezer, de adressant, altijd de betekenis bepaalt van wat ik schrijf. In plaats van die ander op mijn beurt weer in mijn greep te willen krijgen probeer ik me rekenschap te geven van die rol van de ander. Een belangrijke inspiratie is de roman 'Der Prozess' van Kafka, over een man die wordt gearresteerd zonder dat hij iets heeft gedaan. Die man, Jozef K., beschuldigt dan de rechtbank. Nu zegt de filosoof Agamben dat die letter K. komt van het Romeinse woord 'kalumniator', de valse beschuldiger. Jozef K moet gewoon niet zo mopperen, de rechtbank stelt hem in staat zin te geven aan zijn leven en zijn dood.

    Misschien wil ik dat wel, dat mijn lezers, of ze nu bestaan of niet, zin geven aan mijn geworstel met betekenis.

    Uiteraard is het mooi meegenomen als die lezers wel bestaan en nog mooier als ze van zich laten horen!

    Dank daarvoor.

    BeantwoordenVerwijderen